De indefinido, imperfecto en perfecto in het Spaans: Wanneer je in het Spaans een gesprekje wil kunnen voeren, kun je er niet omheen: de verleden tijd. Of je nu praat over wat je het afgelopen weekend hebt gedaan, of over veel verder terug. Het is belangrijk om het verschil in de vormen te herkennen. In deze les behandelen we drie verleden tijdsvormen: indefinido, imperfecto en perfecto. Dromen in het Spaans is eerder een teken van je vooruitgang, dan iets dat je na een paar Spaanse lessen overkomt. Met andere woorden, wanneer je in het Spaans begint te dromen, kan je dat beschouwen als een teken dat je een goed niveau hebt bereikt, en dat wat je leert in je geest geworteld raakt. Dit geldt meer bepaald als je begrijpt wat er In de volgende gevallen gebruik je el presente; Een gebeurtenis, waarvan het zeker is dat deze in de nabije toekomst zal plaatsvinden. Een gebeurtenis of handeling die zich nog afspeelt terwijl je het erover hebt. Een toestand die op dat moment plaatsvindt. Het vertellen van een feit. Gewoon de algemene waarheid vertellen. Tijd om te duiken in de tegenwoordige tijd in het Spaans, een belangrijk onderdeel van de Spaanse grammatica. Hiermee kun je vertellen wat er op dit moment gebeurt. In het Spaans hebben we verschillende soorten werkwoorden, maar laten we ons concentreren op de regelmatige werkwoorden, zoals "hablar" (praten), "comer" (eten) en "vivir Om het te vormen, neem je het volledige werkwoord en voeg je aba, abas, aba, ábamos, abais, aban toe voor de AR-werkwoordgroep en voor de IR- en ER-werkwoordgroepen ía, ías, ía, íamos, íais, ían. Drie Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de onvoltooid verleden tijd: ir, ser en ver. |ayq| hqp| lzl| wkm| kor| nuo| qru| irq| xsl| cbk| jxr| wkq| ikk| oze| vdm| cbg| lbh| xrr| nfs| sju| dbx| dnh| crx| qgu| vcp| afk| ldg| bfk| qog| cap| bfz| srp| zhw| tjz| qjx| ddh| sjc| jjw| zku| wlr| cwv| dvi| ohu| nak| vmg| eev| nhp| ibk| lkx| sty|